• Lorem ipsum

Een gezonde voet

De voetvorm en -functie

Voeten bestaan onder andere uit botten, pezen, spieren, banden, bloedvaten en zenuwen. Ze ondersteunen en verplaatsen je lichaam, en ze geven je informatie over de stand van je lichaam en de omgeving waarin het zich bevindt.

Gewelven in je voet

De voet zelf bestaat uit vier voetgewelven. Het voetgewelf is een hele stevige constructie én het biedt demping doordat het kan inzakken. De gewelven in je voet kun je vergelijken met Romeinse bogen. De Romeinse boog is een ontzettend sterke bouwconstructie die veel stevigheid biedt. Denk maar eens een aan de eeuwenoude bruggen, paleizen en kathedralen. Velen daarvan staan na eeuwen nog altijd even stevig, zonder steun van buitenaf!

De vier gewelven in je voet: 

- Een lengtegewelf aan de binnenzijde, mediaal voetgewelf
- Een lengtegewelf aan de buitenzijde, lateraal voetgewelf
- Een voorste dwarsgewelf, transversaal
- Een achterste dwarsgewelf, transversaal

De gewelven in je voet Gewelven in je voet

Steunpunten

De voetgewelven worden ondersteund door 3 steunpunten. De hak (tuber calcanii), de grote teen (metatarsale 1) en de kleine teen (metatarsale 5). Deze vind je ter hoogte van de bal van de voet. Je voet staat hierdoor stevig en stabiel. Die drie steunpunten kun je vergelijken met een tafeltje op drie poten. Dat wiebelt ook niet. Daarnaast geven de banden, pezen en spieren in je voet nog eens extra ondersteuning aan dit voetgewelf.

De banden (ligamenten) in je voet liggen het diepst. Deze verbinden de botjes met elkaar en ze geven ons informatie over de stand van de voet. Dan heb je ook nog de diepliggende spieren (intrinsieke voetspieren), deze maken de voetbogen stevig en stabiel zodat het de grote last van ons lijf kan dragen. 

Voeten vervormen door schoenen

Als je je hele leven 'gewone' schoenen hebt gedragen dan zien je voeten er waarschijnlijk zo uit als de rechtervoeten op de foto en tekening. Je voet is dan het breedst bij de bal van de voet en de tenen worden naar elkaar gedrukt. Vaak met een grote teen die naar binnen wijst, een ingezakte voetboog (een platvoet) en onder je voet is het vaak stug en hard.

Op de linker tekening en foto zie je een babyvoet, dit is de natuurlijke voet waarmee we worden geboren. Draag je in je leven nooit, weinig of hele flexible (footshaped) schoenen dan verandert je voetvorm weinig ten opzichte van de babyvoet. Dan is je voet het breedst bij de tenen. De tenen zijn dan gestrekt en staan een beetje uit elkaar. We kunnen dus stellen dat de meeste schoenen, ook schoenen die bekend staan als 'goede' schoenen, onze voeten vervormen en de voetspieren verkorten en verzwakken. 


Zo beïnvloeden schoenen de vorm en functie van je voet

Schoenen beïnvloeden de vorm en functie van je voeten op een aantal manieren. 

  • Invloed op de intrinsieke voetspieren

Het gebruik van schoenen met een voetbed ondersteunt de boog in je voet. Daardoor worden de intrinsieke voetspieren zwak en lui, en dat verzwakt de boog en de stabiliteit van de voet.

  • Invloed op de peesplaat

Je voeten hebben een stevige peesplaat (fascia plantaris) aan de onderzijde. Het is de vloer van de gewelven en het zorgt ervoor dat je voet stevig en sterk wordt bij de landing op de voorvoet. Functioneel loopt de peesplaat door in de achillespees. Het bindweefsel in de peesplaat en achillespees werkt elastisch. Dat zorgt ervoor dat een landing op de voorvoet resulteert in het uitrekken van het bindweefsel. Dit helpt de spieren weer bij de volgende afzet.

Als je schoenen met hakken en/of demping draagt dan ben je geneigd hard op de hak te landen in plaats van subtiel midden op de hak. Het gevolg is dat de structuren als de peesplaat en de achillespees niet meer optimaal in hun functie worden belast. De kwaliteit van het weefsel wordt dan minder en er ontstaat er een overmatige druk op de hiel. Dit resulteert vaak in hielspoor. 

  • Invloed op de teenbuigers

Je voetbogen worden ook ondersteund door de pezen die onder de voetbogen doorlopen. Dit zijn de pezen van de teenbuigers. Omdat tenen in een 'gewone' schoen omhoog staan (teensprong) hebben de buigers van de tenen de neiging te verzwakken. Daardoor worden de voetbogen van nature minder goed ondersteund.

  • Invloed op de binnenste voetboog

De grote teen (hallux) vormt samen met de hiel (calcaneus) de fundering van de binnenste voetboog. De grote teen staat in een rechte lijn naar het midden van de hak zodat de botstukken mooi op een rij staan. Ook kan de buiger van de grote teen het binnenste voetgewelf goed ondersteunen zodat de voetboog niet inzakt. Omdat 'moderne' schoenen een te smalle neus hebben die vaak ook nog omhoog staat (teensprong) wordt het steunpunt van het mediaal voetgewelf weggenomen. De voet zakt dan naar binnen (proneert) en zorgt voor een zwakke binnenste voetgewelf (platvoet).

  • Invloed op de flexibiliteit

De flexibiliteit van de voet zorgt ervoor dat de voet zich moeiteloos kan aanpassen aan een ongelijke omgeving. Zo kan je voet bijvoorbeeld om een rotsblok heen 'grijpen' om stabiel te blijven. Schoenen met een stijve zool passen zich niet aan de ondergrond aan. Het gevolg? De stabiliteit wordt minder. Daarnaast staan de tenen omhoog waardoor de 'grijp'-functie van de voet verder afneemt.

  • Invloed op het fatpad

Je voet heeft een 'kussen' van vet (fatpad) onder de voetzool die de landing tijdens het (hard)lopen comfortabel maakt. Als je schoenen draagt met een dempende zool heeft het fatpad geen functie meer. Het zal geleidelijk dunner worden of uiteindelijk helemaal verdwijnen.

  • Invloed op de voetzool

Je voet heeft een voetzool. De huid onder je voet kan zich binnen enkele dagen/weken aanpassen aan het gebruik en de ondergrond. Loop je veel op ruwe, harde en oneffen ondergronden? Dan ontstaat onder je voet een hoornlaag die de voetzool stevig en minder gevoelig maakt. Deze hoornlaag voelt aan als soepel leer. Loop je veel op zachte ondergronden dan wordt de voetzool minder stevig en wat gevoeliger. Draag je schoenen met een zachte zool en een voetbed dan wordt een voetzool week en gevoelig. Ook ontstaat er vaak wrijving in een schoen op bepaalde plekken, bijvoorbeeld bij de hak en de binnenzijde van de grote teen. Door wrijving ontstaan bijvoorbeeld blaren of eelt.

  • Invloed op de bloedvaten

In je voet zit een wijdvertakt netwerk aan bloedvaten die alle structuren in je voet voorziet van bloed. Als je loopt spreidt je voet zich op het moment dat je lichaamsgewicht op de voet komt. De bloedvaten stromen dan vol. In de zwaaifase van onze loop komen de botjes dichter naar elkaar toe, waardoor een uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen kan plaatsvinden. Schoenen zijn bijna altijd smaller dan je voet waardoor de bloedvaten voortdurend worden samengedrukt. De voet raakt dan minder goed doorbloed en structuren worden minder van zuurstof en voedingsstoffen. Dit kan bijvoorbeeld ook koude voeten veroorzaken.

  • Invloed op de loopbeweging

Je voeten hebben duizenden zenuwen die je ontzettend veel informatie geven over de omgeving waarin je je bevindt en de manier waarop je beweegt. Zo'n 70% van de informatie die we nodig hebben om te bewegen komt vanuit deze zenuwuiteinden. Ze vertellen je hersenen hoe je in beweging moet komen, je kunt je dus voorstellen dat dit een onmisbare schakel is! Zolen in schoenen zorgen ervoor dat we minder informatie uit onze omgeving krijgen. Dit veroorzaakt een communicatiestoornis tussen onze voeten en de hersenen en je bewegingen verliezen aan souplesse. 

Vier kenmerken van schoenen die onze voeten vervormen en slap maken

Kenmerk 1: Taps toelopende neus
Je kent ze vast, de schoenen waarbij de neus taps toeloopt en een symmetrische vorm hebben waarbij de punt van de schoen in het midden is. Deze schoenen zijn het breedst bij de bal van de voet, waardoor onze tenen bij elkaar gedrukt worden. Dit heeft het grootste effect op de stand van onze grote teen. Deze staat niet meer in het verlengde van het 1ste middenvoetsbeentje. Dit heeft grote gevolgen voor de stabiliteit van de voet en de afzet. Bij damesschoenen is dit vaak nog sterker dan bij herenschoenen. Daarnaast zien we in de praktijk dat veel dames de neiging hebben om hun voeten kleiner en smaller in te schatten dan ze werkelijk zijn. Het gevolg? Veel vrouwen met schoenen die taps toelopen krijgen last van een hallux valgus of een dikke en pijnlijke teenknok.  

Kenmerk twee: De hak hoger dan voorvoet 
Als de hak hoger is dan de voorvoet, zorgt dit voor een hiellift. Hoe hoger de hiellift, hoe korter de kuitspieren en hoe meer druk op de bal van de voet. Korte kuitspieren vergroten de kans op achillespeesklachten. Meer druk op de voorvoet vergroot de kans op een doorgezakte voet en pijn. Ook verkorten de spieren en pezen onder de voet. Hoe hoger de hak, zoals bij damesschoenen, hoe meer kans op knieartrose op latere leeftijd.

Kenmerk drie: Teensprong
De teensprong aan de voorkant van schoenen zet tenen permanent in een kleinere hoek (tenen omhoog) ten opzichte van de middenvoetsbeentjes. De tenen worden minder beweeglijk en verliezen kracht om mee af te zetten. Deze stand verkort pezen en spieren op de wreef van de voet. Het gevolg: voorvoet pijn en peesplaat klachten. 

Kenmerk vier: stugge zool en/of bovenwerk
Een natuurlijke voet is heel soepel en lenig waardoor er veel schokdemping plaatsvindt. Stugge zolen en stevig materiaal aan de bovenzijde pakken onze voeten in. Het zal je inmiddels niet meer verrassen maar daardoor verliezen je voeten lenigheid, ze worden stug en stijf en zijn minder goed in staat om schokken op te vangen. De kans op voetklachten zoals hielspoor vergroten hierdoor.

Wat zijn dan wel een goede schoenen? 

De beste schoen is géén schoen. Maar omdat we ons niet meer kunnen voorstellen om blootsvoets te lopen, zijn er gelukkig alternatieven die onze voeten niet in de weg zitten. Dat alternatief is de minimalistische schoen! Een minimalistische schoen is een schoen die het blootsvoets lopen nabootst en toch onze voeten beschermt tegen scherpe voorwerpen, hitte, koude en schuring.

De kenmerken van een minimalistische schoen

Dit zijn de kenmerken van een minimalistisch schoen.

Dunne flexibele zool en bovenwerk
De zool kun je buigen en bewegen, zowel in de breedte als in de lengte. Het materiaal van het bovenwerk moet makkelijk kunnen meebewegen.

Kenmerken van een minimalistische schoen

Platte zool: geen hielverhoging
In vele zogenaamde "platte schoenen" zit toch een hielverhoging verscholen. Het is belangrijk dat je goed kijkt naar de dikte van de hiel ten opzichte van de voorvoet.

Brede toe box
De schoenen zijn het breedst bij de tenen en hebben een asymmetrische vorm.

Minimalistische schoenen

 

Overstappen naar blootvoets lopen of barefootschoenen

Als je overstapt naar blootvoets lopen of lopen op barefootschoenen dan is het belangrijk dat je dit rustig opbouwt. Start bijvoorbeeld met 20 minuten per dag. Je voetspieren worden opeens weer gebruikt en daar moeten ze echt aan wennen. Je kunt ze ook een handje helpen: masseer ze aan de onderkant met bijvoorbeeld een tennisbal, zodat ze weer soepel worden.